1. In 2017 is in tenminste 95% van de gevallen middels een interventie de veiligheid van de jeugdige op het gewenste niveau (van jeugdige of rechter) gekomen.

Bij alle dossiers die bij ons bekend zijn betreffende Jeugd wordt er een risico inventarisatie gedaan over de veiligheid van een kind. Er wordt een interventie ingezet wanneer dit nodig is.
Daar waar nodig worden kinderen/gezinnen besproken in de beschermingstafels en indien nodig worden de experts op het gebied van veiligheid ingeschakeld.

De Rapportage Veilig Thuis van 2017 is bij het opstellen van deze jaarrekening nog niet beschikbaar (februari 2018).

2. In 2017 is er een afname van instroom in zwaardere jeugdzorg (bescherming en reclassering) van minimaal 15% ten opzichte van 2015.

Op dit moment hebben we nog geen juiste gegevens van de beschikkingen in 2017. Door de migratie van de backoffice Jeugd zijn deze gegevens nog niet zichtbaar. We verwachten eind 1e kwartaal 2018 hier meer over te kunnen melden.

3. In 2017 worden alle dossiers van cliënten met risico's rond veiligheid besproken, beoordeeld en aangetekend. Bij alle andere jeugdigen, dan wel ouders, krijgt het thema veiligheid aandacht. Indirect door waarnemingen en waar nodig direct door het thema bespreekbaar te maken.

Alle kinderen/gezinnen met risico’s rond veiligheid bespreken de consulenten van het sociaal gebiedsteams met de inwoner, en interdisciplinair binnen het sociaal gebiedsteam en indien nodig wordt (externe) expertise ingeschakeld van de netwerkpartners (Veilig Thuis, Raad voor de Kinderbescherming, Instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering (Spoedeisende Zorg). Consulenten hebben in 2017 aanvullende trainingen gevolgd in gespreksvoering over veiligheid en kindermishandeling.

1. De (op preventie gerichte) ondersteuningsstructuur sluit aan op de Gebiedsteams die toegang bieden tot ondersteuning voor jeugdigen en hun gezinnen.

In 2017 is gewerkt aan de totstandkoming van een rapportage over algemene voorzieningen, met daarin aanbevelingen om te komen tot meer inzet van preventieve voorzieningen. Er is een lijst van preventieve voorzieningen opgeleverd, waarin het aanbod thematisch geclusterd is. Ondersteuning bij opvoeden en opgroeien is een van de thema's.

2. Realisatie van voorwaarden die de veiligheid van het kind maximaal borgen door sluitende afspraken tussen de betrokken partners.

Naast de bestaande afspraken met de netwerkpartners is dit voor 2017 uitgebreid met de contractering van Jeugd Veilig Verder; nadere afspraken met Veilig Thuis en deelname aan de verwijsindex Vira voor complexe jeugdzaken. De beschermtafel (met o.a. de Raad voor de Kinderbescherming) functioneert goed. En het periodieke consultatieoverleg heeft gezorgd voor korte lijnen op casusniveau tussen consulenten en netwerkpartners.

3. Het beschikbaar stellen van de juiste instrumenten aan de professionals van de gebiedsteams om een goede risico-inventarisatie te maken, indien de veiligheid van het kind in het geding is.

De professionals van de gebiedsteams en ook de ingezette zorgaanbieders hebben de juiste instrumenten tot hun beschikking om een goede risico-inventarisatie te maken. Indien nodig schakelen de professionals van de gebiedsteams (externe) expertise ingeschakeld van de netwerkpartners (Veilig Thuis, Raad voor de Kinderbescherming, Instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering (Spoedeisende Zorg).

4. Het waarborgen van de kwaliteit van de zorg in het gedwongen kader door verplichtende afspraken te maken met gecertificeerde instellingen.

In de contracten met de zorgaanbieders zijn kwaliteitseisen opgenomen. In de uitvoering ligt de regie bij de (gezins)voogd of jeugdreclasseerder. Met de instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering worden vaker en eerder samen opgetrokken om zorg aan te laten sluiten bij de lokale aanpak.