De financiële positie van de gemeente is te beoordelen aan de hand van een aantal in het BBV voorgeschreven kengetallen. Op voorstel van de Rekeningcommissie zijn daarbij ook de kengetallen bepaald voor de langere termijn, te weten tot en met 2021 (deze zijn conform de begroting 2018 - 2021).

Op basis van een door de Provincie opgegeven richtinggevende beoordeling van bovenstaande kengetallen vallen de netto schuldquote, de gecorrigeerde schuldquote en grondexploitatie in de categorie minst risicovol (A). De solvabiliteit valt in de middencategorie (B). De structurele exploitatieruimte valt als enige in de categorie risicovol (C).

Daarnaast is bij de beoordeling van de financiële positie het weerstandsvermogen van belang. Op basis van een bij de gemeente uitgevoerde risico-inventarisatie, waarbij het accent ligt op exploitatierisico's, is een weerstandsvermogen bepaald en gewaardeerd als "ruim onvoldoende". Uitgangspunt van ons beleid is het weerstandsvermogen op het niveau "Voldoende" te houden. Dit betekent dat de risicoreserve moet worden verhoogd met een bedrag van € 1.172.383.